Bovenwettelijke vakantiedagen zijn extra vakantiedagen die een werknemer ontvangt naast de wettelijke vakantiedagen waar hij of zij recht op heeft. Deze extra dagen worden vaak aangeboden als onderdeel van secundaire arbeidsvoorwaarden en kunnen variëren per werkgever.

Wettelijke vs. bovenwettelijke vakantiedagen

• Wettelijke vakantiedagen: Elke werknemer heeft recht op minimaal vier keer het aantal werkdagen per week. Voor een fulltime werknemer met een 40-urige werkweek betekent dit dat hij of zij recht heeft op 20 vakantiedagen per jaar.
• Bovenwettelijke vakantiedagen: Dit zijn alle vakantiedagen die bovenop dit wettelijk minimum worden toegekend. Het aantal bovenwettelijke vakantiedagen verschilt per organisatie en kan afhankelijk zijn van bijvoorbeeld de functie of het aantal dienstjaren.

Vervaltermijn van bovenwettelijke vakantiedagen

Een belangrijk verschil tussen wettelijke en bovenwettelijke vakantiedagen is de vervaltermijn. Wettelijke vakantiedagen moeten binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar worden opgenomen, anders vervallen ze. Voor bovenwettelijke vakantiedagen geldt echter een ruimere vervaltermijn van vijf jaar. Dit betekent dat werknemers langer de tijd hebben om deze dagen op te nemen. In sommige gevallen kan een werkgever voorstellen om niet-opgenomen bovenwettelijke vakantiedagen uit te betalen, maar de werknemer is niet verplicht dit aanbod te accepteren.

Voordelen voor werkgevers

Veel werkgevers kiezen ervoor om bovenwettelijke vakantiedagen aan te bieden om verschillende redenen:

• Ze vormen een aantrekkelijke extra arbeidsvoorwaarde, waarmee jij je als bedrijf kunt onderscheiden
• Het aanbieden van extra vakantiedagen kan helpen om nieuwe medewerkers aan te trekken en huidige medewerkers tevreden te houden
• Bovenwettelijke vakantiedagen dragen bij aan een betere werk-privébalans, wat weer kan zorgen voor een hogere productiviteit en meer tevredenheid onder het personeel

Belang van duidelijke afspraken

Voor zowel werkgevers als werknemers is het van belang om heldere afspraken te maken over het gebruik van bovenwettelijke vakantiedagen. Deze afspraken moeten goed vastgelegd worden, bijvoorbeeld in de arbeidsovereenkomst of het personeelsreglement, om misverstanden te voorkomen en ervoor te zorgen dat beide partijen weten waar ze aan toe zijn.